Theodericus de Rethym

Bichelaer, van den

329. Rethym, Theodericus de

Noten
1.Keussen, Die Matrikel, I 380 nr.35; AAB II, hs. Kievits, p.19; GAH, RA 1218, fo.217v (28 nov.1447), RA 1220, fo.107v (18 mei 1450), RA 1221, fo.84v (1451), RA 1226, fo.555r (29 juli 1456), RA 1227, fo.177r (31 jan.1457), RA 1237, fo.227r (1468), RA 1245, fo.1r (12 okt.1475), RA 1245, fo.467r (28 juli 1485), RA 1255, fo.61v (17 nov.1485); RANB, RA Lith 15 (15e eeuw); Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 47, II 250; Bijsterveld, Laverend, 225, II 642 nr.2401; Schutjes, Geschiedenis, IV 725; Mosmans, "De middeleeuwsche notarissen", 149.
2.Göller e.a., Repertorium Germanicum, VI 106-107 nr.1055, 157 nr.1550, 507 nr.5010, 581-582 nr.5699.
3.Bijlage II 5.16; GAH, RA 1225, fo.243r (10 maart 1455), RA 1246, fo.93r (13 febr.1477), zie ook RA 1232, fo.14v (17 dec.1461: heer Dirck machtigt heer Jan Kepken (nr.215), mede ten behoeve van heer Jan Houtloeck (nr.192) en Robbrecht van Dailhuzen, tot het innen van zijn pachten en cijnzen); Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 47; Jaenig, Liber confraternitatis, 74; Van Dijck, De Bossche optimaten, 171.
4.Bijlage II 329.1; Op 5 oktober 1487 trad heer Dirck nog als getuige op bij een handeling in de St.Jan, zie: Bijlage II 5.97; Vgl.: Jacobs, Justitie, 100-101.
5.GAH, RA 1218, fo.217v (28 nov.1447), RA 1237, fo.227r (26 jan.1468), RA 1265, fo.373v (19 sept.1496), RA 1268, fo.37r (4 mrt.1500); AAB II, hs. Kievits, p.19; APB, St.Jan II, Obituarium, p.365, p.470; Van der Velden, Het necrologium, 96; Bijlage II 5.24, 5.25, 5.83, 5.97.
A.H.P. van den Bichelaer, Het notariaat in Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch tijdens de Late Middeleeuwen (1306-1531) (Amsterdam 1998)